Ontwikkelingen Jeugd Het Rijk en de VNG werken samen met betrokken partijen aan een hervormingsagenda jeugd die zich richt op een beter en beheersbaar jeugdstelsel. De hervormingsagenda is vastgesteld in juni 2023 maar nog niet uitgewerkt. Zevenaar is bezig met de ontwikkeling van een integrale visie sociaal domein, wat een belangrijke leidraad vormt voor al ons beleid en waarbij de principes uit de hervormingsagenda terugkomen. De regionale samenwerking rondom jeugdzorg bestaat uit een aantal gezamenlijke projecten. Zevenaar is actief betrokken bij de uitwerking van de plannen. Die richten zich onder andere op jeugdzorg met verblijf en complexe scheidingen. Er is een regionale begroting opgesteld, waarbij de kosten over alle gemeenten verdeeld worden. Daarnaast zien we bij alle vormen van jeugdhulp nog steeds wachtlijsten. Er is veel verloop van personeel bij de zorgaanbieders en het is moeilijk om aan geschikt personeel te komen en het vast te houden. Wet inburgering 2021 De Wet inburgering is een lerend stelsel en moet in een complexe en voortdurende wijzigende omgeving uitgevoerd worden. In verband met de knelpunten in de asielketen wordt een groot beroep op de gemeente gedaan om snel inburgeraars te huisvesten en hen te laten starten met hun inburgering. Daarbij ziet de gemeente zich voor een aantal uitdagingen gesteld zoals de krappe sociale woningmarkt, knelpunten bij taalaanbieders (gebrek aan NT-2 docenten), te weinig Kinderopvang en het beroep op het welzijns- en sociaal domein. Dit betekent dat de gemeente alternatieve vormen van huisvesting, begeleiding en opvang onderzoekt. Deze alternatieven zoals woningdelen kunnen leiden tot kosten die niet gefinancierd kunnen worden door de Specifieke Uitkering (SPUK). De verhoogde taakstelling heeft ook gevolgen voor de uitvoering van de wet door de gemeente zelf. De caseload van de inburgeringsconsulenten vullen zich voortdurend met nieuwe inburgeraars en zitten op enig moment op een maximum. We onderzoeken wat een acceptabele caseloadomvang is. De uitvoeringskosten die de gemeente van het Rijk ontvangt zijn waarschijnlijk niet voldoende om dit afdoende te dekken. De structurele financiering van de Onderwijsroute is nog steeds niet geborgd. De minister zegt dat zij tijd nodig heeft om dit te regelen. Oekraïne De verwachting is dat de gemeente nog langere tijd voor de opvang en huisvesting van de ontheemden uit Oekraïne verantwoordelijk is. Met deze langduriger opvang en huisvesting is het noodzakelijk om te onderzoeken hoe de opvang en huisvesting zo ingericht kan worden dat ontheemden hier ook daadwerkelijk voor langere tijd kunnen wonen, werken en onderdeel van de Zevenaarse samenleving kunnen worden. Wmo 'nieuw' (begeleiding, beschermd wonen, maatschappelijke opvang) De kosten in de Wmo nemen toe. Dit komt door ontwikkelingen waar we als gemeente niets aan kunnen doen zoals de overheveling van taken door het rijk, stijgende tarieven van aanbieders (door inflatie) en vergrijzing van de samenleving. Een deel van de kostenstijging heeft te maken met zaken die wel, zij het lastig, te beïnvloeden zijn. Te denken valt aan: individualisering, claimen van zorg, afname weerbaar zijn voor tegenslagen in het leven, complexere samenleving en zorgvraag. We zullen onze ondersteuning in de kernen en wijken van de gemeente anders moeten organiseren, meer aan moeten sluiten op de informele en formele steunstructuren die in de samenleving aanwezig zijn en wat inwoners nog missen. We hebben ook de mogelijkheden om dat te doen de komende jaren. Door beter aan te sluiten op initiatieven in de samenleving. Door samen met onze maatschappelijke partners invulling te geven aan de preventie projecten van de SPUK-regeling. Door in het kader van het lokaal plan Beschermd Thuis te werken aan preventie van het gebruik van dure vangnet voorzieningen. Ook nemen we deel aan projecten binnen de geestelijke gezondheidszorg waarbij we werken aan het normaliseren van de zorgvraag en versterken van de eigen kracht van inwoners. We werken aan het versterken van onze toegang en het omgaan met de complexe problematiek waar we mee te maken krijgen. Tenslotte maken we werk van zo duidelijk mogelijke communicatie naar onze inwoners die ondersteuning nodig hebben. Daarbij maken we de komende 4 jaar gebruik van landelijke en regionale projectbudgetten. Wmo 'oud' (huishoudelijke ondersteuning, vervoer, woningaanpassingen en hulpmiddelen) De kosten in de Wmo nemen toe. Voor 'oude' Wmo voorzieningen is dat met name het gevolg van P (stijgende tarieven) x Q (stijgende hoeveelheid ondersteuning door vergrijzende samenleving). We zullen ook deze 'oude' voorzieningen anders (preventiever) moeten organiseren. Daarvoor gaan we de komende jaren inzetten op reablement (huishoudelijke ondersteuning), instroombeperking vervoer (verbeterplan doelgroepenvervoer), herijken beleid en contractafspraken (woningaanpassingen en hulpmiddelen). In het doelgroepenvervoer zien we dat bij het Wmo vraagafhankelijk vervoer er sprake is van minder ritten, wat nog een gevolg is van corona. Hierdoor heeft de gecontracteerde vervoerder voor dit Wmo vervoer haar contract met de BVO DRAN beëindigd en volgt er een aanbesteding. Deze aanbesteding moet leiden tot een nieuw contract per 1 augustus 2024 met naar alle waarschijnlijkheid een kostenstijging als gevolg. Tot slot. Bij alle vormen van Wmo maatwerkvoorzieningen zijn wachttijden. Dit betreft de tijd tussen het indienen van een Wmo-melding (hulpvraag) bij de toegang en het eerste contact daarna met een Wmo consulent. Wachttijden zijn ontstaan door de vele meldingen (hulpvragen) die binnenkomen. Vooral de vraag naar huishoudelijke hulp is groot. Mensen wonen langer thuis en daarmee stijgt de vraag naar Wmo ondersteuning. Door veel wisselingen binnen het Wmo personeel is het niet gelukt de toename in meldingen bij te houden. Daarnaast hebben de zorgaanbieders ook te maken met personeelstekorten. Dit is een lokaal, maar ook een landelijk probleem. We doen er met de aanbieders alles aan om ondersteuning voor iedere inwoner die dat nodig heeft, mogelijk te maken. Participatiewet in balans De Participatiewet beter laten aansluiten op wat mensen (aan) kunnen en nodig hebben. Dat is in een notendop het doel dat demissionair minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen beschrijft in haar visiebrief Participatiewet in Balans aan de Tweede Kamer. De Participatiewet is een vangnet voor als het even tegenzit. Deze biedt inkomensondersteuning voor wie dat nodig heeft en helpt mensen weer (gedeeltelijk) aan het werk. Geconstateerd wordt echter dat binnen één regeling vaak al sprake is van veel voorwaarden, rechten en plichten. En dat deze in verschillende wetten ook nog eens verschillend worden ingevuld. Door de jaren heen is de Participatiewet door verschillende wijzigingen steeds complexer geworden. Om hierin verandering in aan te brengen wordt er gewerkt naar Participatiewet die: • Eenvoudiger is en een toereikend bestaansminimum biedt. • Mensen passende ondersteuning biedt om volwaardig mee te doen in de samenleving. In de eerste plaats via werk of, als dat nog niet haalbaar is, door andere vormen van participatie. • Zinvol en begrijpelijk is, met rechten en plichten die zowel benut als nageleefd kunnen worden door iedere uitkeringsgerechtigde. Waarbij, wanneer de situatie daar om vraagt ook zij het proportioneel,gesanctioneerd kan worden. Doelbewust misbruik maken van het sociale vangnet ondermijnt immers het maatschappelijk draagvlak en moet aangepakt worden. • Aansluit bij wat mensen (aan)kunnen; bij hun doenvermogen. • Goed uitvoerbaar is voor de professional. Het verschil wordt uiteindelijk echt gemaakt in het contact met mensen. Met de herzieningen wil demissionair minister Schouten een nieuwe basis leggen voor de Participatiewet. Die basis moet ook beter aansluiten op het brede sociale domein, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet. Verschillende wetgeving zit elkaar nu te veel in de weg. Dat wil de demissionair minister aanpakken. De wet moet eenvoudiger, begrijpelijker en passen bij het doenvermogen van mensen. Wij onderschrijven de hierboven vermelde richting. In samenwerking met de RSD zal in 2024 nadere uitwerking hiervan plaatsvinden in beleid en concrete maatregelen. Aanwijzingsbesluit uitvoering Wsw (Wet sociale werkvoorziening) door Scalabor B.V. De gemeente Zevenaar heeft - voor de duur van 3 jaren - Scalabor B.V. aangewezen als uitvoerder voor de Wet sociale werkvoorziening. De gemeente zal in het 4e kwartaal 2024 een nieuw aanwijzingsbesluit nemen over de uitvoering van de sociale werkvoorziening na 31 december 2025. Impuls infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven. SZW werkt voorstellen uit om gemeenten in 2024 tegemoet te komen bij de financiële uitdagingen die zij ervaren rondom de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven. Hiervoor wordt een budget van € 63,9 miljoen beschikbaar gesteld op de begroting van SZW. Over de uitwerking van deze voorstellen volgt in het najaar meer informatie. Pilot Jongerenwerk op Straat We zijn voornemens om de pilot Jongerenwerk op Straat die in 2023 gestart is, in 2024 met een jaar te verlengen. De eerste resultaten van de pilot zijn positief, het straatwerk heeft inmiddels contact gelegd met jongeren die zich op verschillende plekken in de gemeente op straat bevinden. Het opbouwen van een stabiele vertrouwensrelatie kost tijd, tijd die ook nodig is om structureel impact te maken voor deze jongeren. Daarom willen we de pilot in 2024 met een jaar verlengen, om de eerste effecten en resultaten uit 2023 verder te versterken en uit te bouwen. Minimabeleid In het regeerakkoord is afgesproken om iedere vier jaar het sociaal minimum te herijken en vast te stellen of dit toereikend is om van te leven en mee te doen in de samenleving. Als eerste stap hier naartoe is advies gevraagd aan de Commissie Sociaal Minimum. Volgens de commissie is de bestaanszekerheid van een ‘omvangrijke groep mensen’ in het geding. Dat komt door zaken als de flexibilisering van de arbeidsmarkt, kansenongelijkheid in het onderwijs, gezondheidsverschillen en het tekort aan betaalbare woningen. In het rapport stelt de commissie onder meer vast dat tekorten meer voorkomen bij stellen dan bij alleenstaanden. Verder valt op dat alle huishoudens met kinderen onvoldoende geld hebben om rond te kunnen komen. De tekorten lopen op als er meer dan wel oudere kinderen zijn. De commissie adviseert daarom het sociaal minimum aanzienlijk te verhogen. De Commissie Sociaal Minimum heeft twee pakketten voorgesteld met maatregelen waar het kabinet mee aan de slag zou kunnen gaan. Op Prinsjesdag wordt duidelijk of en hoe het demissionaire kabinet uitvoering geeft aan de adviezen van de commissie. We zullen het Nibud vragen om in een minima-effectrapportage de gevolgen hiervan inzichtelijk te maken. Deze rapportage wordt naar verwachting in het eerste kwartaal 2024 opgeleverd. Daarbij zal worden gerekend met de nieuwe armoedegrens van het CBS, NIbud en SCP. Schuldhulpverlening De aflosperiode van een minnelijke schuldregeling (Msnp) wordt vanaf 1 juli 2023 verkort van 36 naar 18 maanden. In februari 2023 nam de Eerste Kamer de wijziging van de Faillissementswet aan, waardoor de aflosperiode van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) halveert. Het is wenselijk dat in beide trajecten dezelfde aflosperiode worden gehanteerd. Een verkorting van de aflosperiode betekent niet dat de begeleiding van mensen in een schuldregeling, of na afloop ervan ook korter wordt. Er moet stevig worden ingezet op begeleiding en nazorg met als uitgangspunt: begeleiding zo kort als kan en zo lang als nodig. Naar verwachting zal door bovenstaande verkorting het aantal aanmeldingen voor een traject schuldhulpverlening toenemen. De komende jaren zal er structureel extra geld naar gemeenten komen voor de ‘Aanpak geldzorgen, armoede en schulden’. Deze meerjarige aanpak heeft in het bijzonder als doel een halvering van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede in 2025, en een halvering van armoede en problematische schulden in het algemeen in 2030. |