Paragrafen

Financiering

De belangrijkste risico’s voor de gemeente die samenhangen met de uitvoering van de treasuryfunctie bestaan uit renterisico's. Deze worden getoetst aan twee normen. Dit zijn:

  1. De kasgeldlimiet. Deze geeft het maximale bedrag aan dat een gemeente aan vlottende financieringsmiddelen (looptijd korter dan één jaar) mag opnemen;
  2. De renterisiconorm. Hiermee wordt het renterisico op de vaste schuld (looptijd vanaf één jaar) in beeld gebracht.


De ontwikkelingen van deze renten lichten wij hieronder nader toe.

1) De kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet stelt een bovengrens aan de toegestane omvang van de kortlopende schuld (looptijd korter dan 1 jaar). Reden hiervoor is dat een korte schuldpositie een potentieel renterisico met zich meebrengt, omdat rentestijgingen direct doorwerken in de rentelasten. Het is dan ook van belang dat de grote potentiële beweeglijkheid van de rentelasten op korte financiering gedurende het begrotingsjaar beheerst wordt. Voor structurele liquiditeitstekorten is financiering met geldleningen met een looptijd langer dan 1 jaar de aangewezen oplossing.

De hoogte van de kasgeldlimiet is afhankelijk van de omvang van de lopende uitgaven.
De kasgeldlimiet voor de gemeente Zevenaar voor 2024 is berekend op 14,4 miljoen en is gelijk aan 8,5% van de begrotingsomvang. Dit percentage is vastgesteld in de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Uitvoeringsregeling Fido, art 2, lid 1b). Het begrotingstotaal per 1 januari 2024 is € 169,3 mln (inclusief de begrotingstotalen van de Gemeenschappelijke Regelingen de RDL (Reinigingsdienst De Liemers) en het SALD (Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg).
Als drie kwartalen achtereen de kasgeldlimiet zou worden overschreden, moet (volgens artikel 4 van de Wet Fido) de provincie als toezichthouder hiervan op de hoogte worden gebracht. Daarnaast moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring aan de toezichthouder voorgelegd worden.

Renterisico kort geld
De rentelasten van kort geld (kasgeldlimiet) hangen samen met de ontwikkeling van de Euribor. In onderstaande grafiek is het verloop van de Euribor in de afgelopen jaren weergegeven.

Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt bevond het kortlopende renteniveau (referentierente: 3-maands Euribor) zich de afgelopen jaren onder de 0%. Ofwel: een negatieve rente. Dit korte renteniveau staat hoofdzakelijk onder invloed van het monetair beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Sinds juli 2022 heeft de ECB de depositorente (beleidsrente) in rap tempo met 400 basispunten verhoogd naar 3,75% om de inflatie weer richting de doelstelling van 2% te bewegen. Om te voorkomen dat de inflatie veel langer hoog blijft zal de ECB de rente naar verwachting komende maanden verder verhogen.

Renterisico lang geld, renterisiconorm

De gemeente Zevenaar gaat uit van totaalfinanciering. Op basis van de behoefte wordt lang geld aangetrokken. Het geld wenden wij met name aan om activa te financieren. In de gemeente Zevenaar schrijven wij activa lineair af en hier wordt met het langlopende geld bij aangesloten.
Voor het bepalen van de rentelasten voor de begroting nemen wij het volgende uitgangspunt als basis:
Rentelasten van langlopend geld zijn gebaseerd op een lening bij de BNG met een looptijd van 20 jaar, waarbij de rente tussentijds niet wordt aangepast. Voor de begroting wordt de ontwikkeling van de rente in de eerste 6 maanden van het jaar gehanteerd.

In onderstaande grafiek staat het verloop van de rente in de afgelopen jaren opgenomen (stand 16-8-2023)

De inflatie in de eurozone is in het afgelopen jaar gedaald van 8,6% in juni 2022 naar 5,3% in juli 2023. Hoewel de inflatie in de eurozone afgelopen maanden daalt, ligt deze nog wel steeds te hoog. Centrale banken proberen wereldwijd de hoge inflatie middels renteverhogingen in te dammen. Zolang de inflatie zich boven het streefniveau van 2 procent bevindt zullen renteverlagingen niet tot de opties behoren. 
Daarnaast zijn de ontwikkelingen in de toekomst nog heel onzeker. De afgelopen periode is er veel beweging geweest op de rentemarkt. Dit werd eerder dit jaar veroorzaakt door turbulentie in de bankensector (faillissementen). Het blijft tot de mogelijkheden behoren dat er in de toekomst meerdere bedrijven en/of banken in moeilijkheden komen door de gestegen rente.
Zowel de ECB als de Fed hebben uitgesproken te blijven vasthouden aan monetaire verkrapping om aanhoudende structurele inflatie te voorkomen, dit zorgt voor een opwaartse druk op de rente. In de komende periode zal moeten blijken hoe de inflatie en werkgelegenheid reageren op de eerder genomen rentestappen. Voorlopig zien we dat de werkloosheid nog niet oploopt en in Nederland zelfs op historisch lage niveaus noteert van 3,5%. 
Door de verhoging van de beleidsrente om de inflatie te bestrijden in de afgelopen periode zijn er in zowel Amerika als Europa omgekeerde rentecurves ontstaan. Dit betekent dat de rente op korter lopende leningen hoger is dan de rente op langer lopende leningen. De omgekeerde rentecurves zijn ontstaan door het verhogen van de beleidsrente en tegelijkertijd de verwachting vanuit de financiële markten dat de hogere rentes op lange termijn niet houdbaar zijn wegens een verslechtering van de economie. Een omgekeerde rentecurve is in veel gevallen dan ook een voorbode van een recessie gebleken. Zowel de ECB als de Fed hebben als primaire taak om inflatie onder controle te krijgen en zullen een verkrappend beleid voeren, zelfs als dit tot een verslechtering van de economie leidt. Voor de komende periode zal de ontwikkeling van de inflatie bepalend zijn voor de strategie van de centrale banken. 
Per saldo verwachten wij een stijgend niveau van de lange rente in de komende periode. 

2) Renterisiconorm
Bij de renterisiconorm gaat het om het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente voor de rentelasten. Aanpassing van de rentepercentages doet zich voor bij herfinanciering en renteherziening. Herfinanciering houdt in, dat een vervangende geldlening wordt aangetrokken om aan de aflossingsverplichtingen van bestaande geldleningen te kunnen voldoen. Bij renteherziening gaat het om het aanpassen van het rentepercentage door de geldgever tijdens de looptijd van de geldlening.

Bedragen x € 1.000

2024

2025

2026

2027

Rente

1a

Renteherzieningen (leningen)

   -  

-  

-

-

1b

Renteherzieningen (leningen u/g)

-  

-  

-

-

2a

Aflossingen (leningen)                                           

7.190 

12.211

17.010

7.011

2b

Aflossingen (leningen u/g)

-  

-  

-

-

3

Renterisico

7.190

12.211

17.010

7.011

Renterisiconorm

Begrotingstotaal

163.454

157.138

155.004

198.123

Bij ministeriële regeling vastgesteld

20%

20%

20%

20%

4

Renterisiconorm 

32.691

 31.428

31.001

39.625

Renterisico's

7.190

12.211

17.010

7.011

Ruimte (+) / overschrijding (-)

25.501

19.217

13.991

                 32.614

Deze pagina is gebouwd op 11/17/2023 08:27:39 met de export van 11/17/2023 08:11:30